NaarSantiago.reismee.nl

Mauleron 33/1648

Mira wordt 40 vandaag. Prima wandelweer. Liepen toch weer verder dan de bedoeling. Zagen voor het eerst wegwijzer met St. Jean piet le Port. Alles ok

Reacties

Reacties

Thuur Stroux

Hallo Frans en Nelly,
In de herberg in Mauleron waar jullie de komende nacht overnachten is niet alleen een BB ondergebracht, maar ook een kaasmakerij. Van alleen maar sporadisch aankloppende pelgrims kan de uitbater niet leven en daarom houdt hij ook een aantal geiten en van de melk daarvan wordt kaas gemaakt. Niet zomaar kaas, maar geitenkaas; trouwens ook niet gewone geitenkaas, maar schimmelgeitenkaas! Die hebben jullie wellicht nog nooit gegeten. En het bijzondere van deze kaasmaker is dat hij zelf geen hand uitsteekt om tot zijn product te komen; hij moet nu eenmaal voor zijn gasten zorgen! Voor het maken van kaas zet hij pelgrims in die bij hem willen overnachten; op vrijwilllige basis uiteraard en wie de maat die hij stelt weet te halen mag zelfs gratis overnachten. Iets voor jullie?
Jullie moeten dan meehelpen bij het melken van de geiten en als je erin slaagt een emmer vol te krijgen, dan kost de overnachting maar de helft en als je dan ook nog meehelpt de schimmelgeitenkaas te bereiden, wordt het zelfs helemaal gratis.
Ik zie jullie al in de stal zitten, allebei op een melkstoeltje met drie poten en met tussen je benen een emmer gekneld, waarin het witte vocht terecht komt. Maar jullie zitten er niet alleen; behalve de geiten is er nog een dikke man aanwezig die ook onder een geit zit en volop zit te melken. De corpultente kerel doet zijn uiterste best om zijn emmer vol te krijgen, maar het schijnt niet erg te vlotten. Bij jullie, vooral bij Nelly, gaat het voorspoedig en al gauw heeft ze de emmer al half vol en jij, Frans, komt op een eervolle tweede plaats. Maar de derde, die zich aan jullie voorstelt als Freek uit Amsterdam, slaagt er amper in wat melk uit de spenen te knijpen. Hij kijkt jullie ietwat jaloers aan en vraagt dan aan Nelly hoe zij de geit tot haar geweldige productie weet te brengen. Maar ondanks Nelly’s adviezen slaagt hij er niet in het gestelde quotum te halen. Hij zweet zich te pleuris daar onder die geit en zijn dikke buik schokt op en neer bij elke ruk aan de spenen.
Frans vraagt al eens of hij ook als pelgrim hier is of dat hij een vaste hulp van de herbergier is. Nee, hij is een echte pelgrim, en is hier momenteel om niet alleen voor melk te zorgen, maar ook om mee te helpen bij de bereiding van de kaas. Hem is namelijk verteld dat je door deze schimmelgeitenkaas te eten, behoorlijk kunt afvallen en juist dat afvallen is het doel van zijn voettocht naar Santiago; er moeten nog heel wat kilo’s af!! Maar tot nu toe is hij er niet eens in geslaagd een emmer vol te krijgen! Met melk wel te verstaan!
Ik zie dat jullie de emmer al vol hebben en dat Nelly, die medelijden heeft gekregen met Freek uit Amsterdam, haar emmer met die nog vrijwel lege van hem heeft geruild. Zij slaagt er dan vlot in ook deze emmer gevuld te krijgen. Goed zo, Nelly!
Maar nu moet de kaas nog gemaakt worden. In een kuip komt de melk terecht en er wordt stremsel en zuursel aan toegevoegd. Al vlot gaan het melkeiwit en melkvet samenklonteren en wordt de melk dikker en dikker en wordt tenslotte tot wrongel die nu de basis voor verdere bereiding is. Als je deze wrongel nu zou gaan persen krijg je gewone geitenkaas, maar de specialiteit des huizes is juist schimmelgeitenkaas! Daarom moeten jullie nu alle drie met je blote, ongewassen voeten in de wrongel gaan staan en een heel poos flink instampen op het goedje. Dan pas krijg je echte geitenschimmelkaas. Ja, ja , het moet met blote, ongewassen voeten! Jullie doen het goed, maar ook Freek stampt naar hartelust op het steeds meer vorm krijgende goedje. Hij ziet het al voor zich: lekkere schimmelgeitenkaas en toch een krimpende buik! Wat een vooruitzicht!
De kaas is klaar en jullie mogen ervan gaan proeven. Freek hapt direct een groot stuk weg, maar waarom laten jullie , Frans en Nelly, jullie stukje staan? Is het niet lekker; die zelfgemaakte en met voeten getreden schimmelkaas?! Kom, het waren toch jullie eigen voeten ; ja, ook wel die bezwete van Freek, maar als je kieskeurig bent, krijg je nooit een stukje schimmelgeitenkaas! O, dat is het hem! Jullie hebben zijn voeten nog eens goed bekeken en jullie slaagden er ook nog in een blik tussen de tenen van Freek te werpen en nu is jullie eetlust helemaal over!?
Ja, ik kan het wel een beetje begrijpen. Ik zie dat jullie je portie aan Freek hebben gegeven en dat die de kaas terstond verslindt. Wat doe je al niet, als je gewichtsproblemen hebt!
Jullie hebben je maag dan wel niet met schimmelgeitenkaas kunnen vullen, maar je moet maar denken dat je een landgenoot een groot plezier hebt gedaan. Dat geeft ook een vol gevoel!
En je weet:’Wie goed doet, goed ontmoet!’
Groetjes,
Thuur

Dan

Hallo Nelly en Frans,

Als verantwoordelijke aardbewoners hebben jullie vanzelfsprekend respect voor onze mede-dieren. Het pesten van dier is jullie een gruwel. Een mede-aardbewoner, ook al is die geen homo sapiens en zelfs geen medezoogdier, kan op jullie sympathie en begrip rekenen. Het verhaal hieronder is daarom geen waarschuwing, zelfs niet ter lering, maar louter ter informatie.

Zoals bekend hebben olifanten een geheugen als een olifant. Ze vergeten niets, en zeker geen pesterijen van vervelende jongetjes. De Rolo-reclame die in 1996 de gouden Loeki won, laat dat duidelijk zien. Een jongetje biedt in de dierentuin zijn laatste Rolo (een soort toffee, denk ik) aan een babyolifant aan. Maar op het moment dat het olifantje de Rolo wil pakken, trekt het jongetje zijn hand terug en eet de Rolo zelf op. En om duidelijk te maken dat hij het olifantje bij de neus heeft genomen, roept het jongetje pesterig “nanananana!”. Jaren later, de olifant is dan -net als het jongetje- volwassen, kijkt de man (het voormalige pestjongetje) naar een optocht waar allerlei dieren in meelopen. Ook de olifant in kwestie zit daarbij. Als de olifant langs komt, tikt hij de man met zijn slurf op de schouder, waarna hij de man een enorme oplawaai geeft. En dan tettert de olifant nog even “nanananana”. Zie http://www.kewego.nl/video/iLyROoaftv30.html en let daarbij ook op de trui van het jongetje/de man.
Dat een olifant een olifantengeheugen heeft is geen wonder: de modale volwassen olifant heeft een brein van zo’n 5 kg, en daar kunnen veel herinneringen in worden opgeslagen.
Moraal: pest geen olifant, want hij vergeet dat niet.

Maar ook kraaien onthouden door wie ze zijn gepest. Ook kraaien hebben kennelijk een olifantengeheugen. En dat is opmerkelijk, want ook zonder wetenschappelijk onderzoek is het duidelijk dat een kraai het met veel minder dan 5 kg brein moet stellen.
Dat kraaien onthouden door wie ze gepest zijn, blijkt uit een in 2010 gepubliceerd onderzoek van een aantal biologen van de Universiteit van Washington (in Seattle). Zie http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0003347209005806.

Het ging om de wilde Amerikaanse kraai die “quickly and accurately learns to recognize the face of a dangerous person” en dat gezicht ook jaren lang onthield. Als zo’n kraai later de “dangerous person” weer zag, begon hij te schreeuwen, agressief om de persoon heen te cirkelen en hem hinderlijk te volgen. Zelfs al de persoon in kwestie niet alleen was, maar in een groep, werd hij door de kraai(en) lastig gevallen, terwijl de anderen in de groep met rust werden gelaten.
Het pesten bestond uit het vangen van wilde kraaien, die vervolgens werden geringd. De gevangen kraaien werden na ongeveer een half uur weer vrijgelaten.

Het onderzoek was als volgt opgezet: als een kraai werd gevangen, geringd en weer vrijgelaten, gebeurde dat steeds door een onderzoeker die voor die gelegenheid een bepaald masker droeg. Elke onderzoeker die een kraai ving, droeg steeds datzelfde (menselijke) masker. Dat masker noemen we even het “schurkenmasker’. De vraag was of de gevangen en weer vrijgelaten kraaien later het schurkenmasker zouden herkennen. Om dat te weten te komen liepen verschillende personen jarenlang af en toe een rondje in het gebied waar de kraaien leefden. Wat bleek? Als zo’n persoon het schurkenmasker droeg, zelfs jaren later, werden de kraaien die eerder gevangen waren agressief. Maar dat gebeurde niet als de rondjesloper geen of een ander masker op had.

Op zichzelf is deze ontdekking bijzonder genoeg, maar een paar dagen geleden (29 juni) is een vervolgpublicatie verschenen. Zie http://rspb.royalsocietypublishing.org/content/early/2011/06/20/rspb.2011.0957.abstract?sid=81e61f61-660c-4c28-804f-41ddb89348d7.
In het begin van het onderzoek reageerden alleen de eerder gevangen kraaien agressief als iemand met het schurkenmasker langs kwam. Maar na verloop van tijd begonnen steeds meer kraaien kabaal te maken, ook kraaien die helemaal niet gevangen waren. Blijkbaar gaven de kraaien de informatie aan elkaar door. Niet alleen ouders aan hun kinderen, maar ook aan buurtgenoten die geen familie waren. Vijf jaar lang werd de reactie van de kraaien gevolgd, en al die vijf jaar bleven ze agressief reageerden op het schurkenmasker. Hoe lang ze daarmee door zouden gaan, zullen we niet te weten komen, want de onderzoekers vinden het na 5 jaar mooi genoeg geweest.

Deze ontdekking opent perspectieven. Stel allereerst dat jullie, in een moment van zwakte of grote verwarring, in een ver leden de verleiding niet hebben kunnen weerstaan om een kraai onheus te bejegenen. Ik zeg niet dat dat gebeurd is, maar stel dat het gebeurd is. Dan hebben jullie gemerkt dat kraaien voortdurend vervelend tegen jullie doen. Je kunt daarbij denken aan aanvallen zoals in Hitchcock’s film The Bird. Of misschien poepen ze alleen maar op je hoofd. Dat is allemaal heel vervelend als je een brief gaat posten of op bedevaart gaat.

Dankzij de Universiteit van Washington weet je nu wat je te doen staat: doe een masker op van een dierenvriend of een ander moreel hoogstaand persoon, bijvoorbeeld onze minister-president. We mogen er immers van uitgaan dat de minister-president zich nooit vergrepen heeft aan een kraai. En met dat masker op kun je, na al die jaren, eindelijk rustig een brief posten en ongehinderd op bedevaart gaan.

Maar met deze wetenschap kan meer. Stel dat je aan een bepaalde politicus een gloeiende hekel hebt, bijvoorbeeld aan onze minister-president. Let wel: dat is alleen een voorbeeld ter illustratie. Uiteraard zou ik niet durven insinueren dat iemand ĂĽberhaupt een hekel zou kunnen hebben aan onze minister-president. Dan is duidelijk wat je te doen hebt: doe een Rutte-masker op en ga op grote schaal kraaien pesten. En dat mag best een beetje verder gaan dan wat die lui uit Seattle hebben gedaan. Zolang het maar geen dierenmishandeling wordt, want dat is verboden. Zie artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren(*) en artikel 350, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (**)

Het gevolg laat zich raden. Onze minister-president kan zich niet meer buitenshuis vertonen zonder uitgescholden en bepoept te worden door kraaien. En pas als hij de artikelen van de biologen uit Seattle heeft gelezen, weet hij hoe de vork in de steel zit. Er zit dan voor hem weinig anders op om in het vervolg maar een Verhagen-masker op te zetten.

*) Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 36
1. Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.
2. Tot de in het eerste lid verboden gedragingen worden in ieder geval gerekend:
a. een dier arbeid doen verrichten, welke kennelijk zijn krachten te boven gaat of waartoe het uit hoofde van zijn toestand ongeschikt is;
b. een koe met overvolle uier vervoeren of op een markt of openbare verkoping ten verkoop houden;
c. bij de verlossing van een koe gebruik te maken van dierlijke trekkracht of van een niet door Onze Minister daarvoor toegelaten krachttoestel;
d. een hond als trekkracht gebruiken.
3. Een ieder is verplicht hulpbehoevende dieren de nodige zorg te verlenen.

(**)Wetboek van Strafrecht , artikel 350, tweede lid
1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaren of geldboete van de vierde categorie.
2.Gelijke straf wordt toegepast op hem die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.

Groet,
Dan

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!