NaarSantiago.reismee.nl

Morlaas 24/1562

Vandaag droog en zonnig weer; niet te warm. Vanmorgen ontbeten in luxe BBverblijf en gaan lopen. Het bekende beeld: onderweg geen stadje of dorp tegengekomen, dus geen kop koffie of i.d. Waren om13 u in Morlaas; een pelgrimsstadje, ca 10 km voor de grote stad PAU; Morgen gaan we niet door PAU maar noordelijk om de stad heen en we willen overnachten in LESCARS; ook een pelgrimsstad ca 20 km verder. Hier overnachten we in een eenvoudig hotelletje boven een bar. Het pelgrimsverblijf van de gemeente was wel heel armmoedig. Wij doen iedereen de groeten en tot morgen.

Reacties

Reacties

Dan

Hallo Nelly en Frans,

In een paar vorige reacties (12, 13 en 14 juni) heb ik voorbeelden gegeven van taaltransformaties. Een taaltransformatie is een recept of een procedure om een bepaalde tekst eenduidig te veranderen in een andere tekst. Een heel speciaal type transformatie heb ik nog niet besproken, namelijk hoe je een tekst flink laat uitdijen, terwijl de betekenis ervan niet wezenlijk verandert. Wie van ambtelijk proza houdt, kan er bovendien lol aan beleven omdat de getransformeerde tekst vaak veel moeilijker te doorgronden wordt.

Uiteraard heb ik het over ambtelijk proza uit het verleden, want tegenwoordig moet de ambtenaar dicht bij de burger staan, en daar zijn/haar taal op aanpassen. En als dat hem/haar moeilijk valt, dan moet hij/zij zich laten bijscholen en desnoods een cursus jip-en-janneketaal volgen. Woorden als “onderhavig”, “inzake”, “ingevolge”, “ontvlechting”,”middels”, ”niettegenstaande”, ”bovenvermeld”, “voorts”, "structuurrapportage", "veranderingsproces" worden er in die cursus hardhandig uit geramd. Hanteerde de ambtenaar in kwestie voor de cursus begon nog het credo “Leuker kunnen we het niet maken, wel moeilijker en ingewikkelder”, na afloop van de cursus is de verplichte mantra “Ik spreek alleen nog mijn moerstaal”.

Zelf ben ik als ambtenaar 2.0 al jaren gepokt en gemazeld in het verjippen en verjanneken van teksten. Dat is niet alleen dicht bij de burger, het is ook mooi meegenomen dat mijn superieuren, tegenwoordig managers met helikopterview, dan min of meer begrijpen wat ik heb opgeschreven. Maar als je dagelijks teksten verjipt en verjanneket, wil je ook wel eens wat anders. Het omgekeerde bijvoorbeeld: een simpele tekst onbegrijpelijk maken. En daar is de transformatie uit het begin bij uitstek geschikt voor.

Bij deze transformatie komt Raymond Queneau weer om hoek kijken(zie op reactie verslag Uzerche-St Germain les Viergnes, 12 juni, de Queneau van de Parijse metrolijn 5). Queneau en andere leden van OuLiPo (Ouvroir Littérature Potentielle = Werkplaats voor Mogelijke Literatuur) hebben de
transformatie “LittĂ©rature dĂ©finitionnelle” ontworpen.

Op de website http://pedroiy.free.fr/piweb/jeux/litterature_def.htm wordt een voorbeeld gegeven van een (Franse) zin van 6 woorden die in 2 transformaties verandert in een zin van 180 woorden. Net als de 12 juni besproken transformatie heb je een woordenboek nodig.

Dit is het recept: neem een tekst en vervang de woorden uit die tekst met betekenis (zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, bijwoorden en werkwoorden) door de omschrijving die het woordenboek geeft.

Een klassiek Nederlands voorbeeld is de zin: “De kat krabt de krullen van de trap.” Terzijde: de NS-transformatie (met Google translate) wordt: “El gato araña la curvatura de la escalera”, altijd handig om de Gardia Civil, als die je betrapt bij het wildplassen, in verwarring te brengen en zo tijd te winnen. Maar, zoals gezegd, dit terzijde.

Ik heb deze zin (“De kat krabt de krullen van de trap”, niet “El gato araña la curvatura de la escalera”) bewerkt met de elektronische Grote Van Dale, 14e druk). Dat levert de volgende transformatie op:

“Het viervoetige kleine huisdier, afstammend van de wilde kat, uit het geslacht Felis uit de familie
der katachtigen van de orde der roofdieren, met spitse oren en ogen die ’s nachts goed
kunnen zien, dat muizen vangt, miauwt, spint en blaast, volgens het volksgeloof beschikkend
over negen levens (omdat katten vaak aan gevaarlijke situaties lijken te ontsnappen) en bij het
vallen meestal op de pootjes terechtkomend, brengt door de vingers (resp. poten) met nagels
of een scherp voorwerp Ă©Ă©nmaal of herhaaldelijk heen te halen over de omgekromde afschaafsels
van hout, hetzij zĂł dat er een schram achterblijft, of, in zwakkere zin, alleen om te krauwen,
deze in een toestand dat zij zich niet meer bevinden op de vaste constructie van opeenvolgende
treden, waardoor men lopende naar een hoger of lager gelegen plaats, vooral in een
gebouw of schip, van verdieping naar verdieping kan komen.”

Even wat theorie, voor het wetenschappelijk gehalte. Dat het een beetje taai wordt moet je maar op de koop toe nemen. Als we de basistekst (“De kat krabt de krullen van de trap”) “bt”noemen, zouden we de getransformeerde zin hierboven kunnen aanduiden met: LD1(bt). Daar bedoelen we mee: een Ă©Ă©n keer uitgevoerde transformatie LD op de tekst bt. LD komt van littĂ©rature (L) dĂ©finitionnelle (D).

Maar niets staat verdere transformaties in de weg, zoals het voorbeeld op de eerder genoemde Franse website laat zien. De tweede transformatie zou je LD2(bt) kunnen noemen. Die zou je Pietje-preciezerig kunnen definiĂ«ren als LD2(bt) = LD1(LD1(bt)). En nog een keer transformeren leidt tot LD3(bt). Wie niets te doen heeft kan zijn tanden stuk bijten op LD4,5,6,
(bt). Het Franse voorbeeld (een zin van 6 woorden wordt door LD2 een zin van 180 woorden) laat zien dat de omvang al gauw uit de hand loopt. En wie niet overtuigd is, moet maar LD2 uitvoeren op “De kat krabt de krullen van de trap.”

Het uitvoeren van een LD-transformatie is (relatief) simpel. Maar dat geldt beslist niet voor de “terug”-transformatie. Terugtransformeren wil zeggen dat je het resultaat van een LD-transformatie weer terugbrengt tot oorspronkelijke basistekst.

Bij de eerder behandelde transformaties van het type T1 etc. (zie 12 juni met als voorbeeld een T8-transformatie van Genesis 1: 1-5) is de omgekeerde transformatie simpel en eenduidig. Tenminste als je weet welk woordenboek bij de transformatie is gebruikt.

Maar hoe zit dat met de LD-transformatie? Stel dat de LD-getransformeerde tekst bekend is, kan daar dan de oorspronkelijke tekst bij terug gevonden worden? In theorie zou dat als volgt mogelijk moeten zijn. Ga uit van het bij de LD-transformatie gebruikte woordenboek, en maak daar een tweede woordenboek bij. Dat doe je door op elk trefwoord de LD-transformatie los te laten. De getransformeerde trefwoorden vormen dan de trefwoorden (lemma’s) van het nieuwe, tweede woordenboek. Maar let op: de lemma’s zijn nu geen enkele woorden meer, maar hele zinnen. De omschrijving bij elk lemma van het nieuwe woordenboek is het oorspronkelijke trefwoord. Dus: in een gewoon woordenboek wordt een enkel (tref)woord omschreven door Ă©Ă©n of meer zinnen. Maar in het tweede (hulp)woordenboek is het precies anders om. De lemma’s zijn een of meer zinnen, namelijk de omschrijvingen uit het oorspronkelijke woordenboek, terwijl de omschrijving van zo’n lemma juist precies Ă©Ă©n enkel woord is.

Met zo’n hulpwoordenboek zou je een getransformeerde tekst LD1(bt) weer terug kunnen transformeren tot de oorspronkelijke tekst bt. Wiskundig geschoolde lezers zouden die actie de inverse transformatie van LD1 noemen. Je zou de inverse (omgekeerde) transformatie LD dan kunnen aanduiden met de index -1 i.p.v. 1. Dan is LD-1 de omgekeerde transformatie van LD1. En er geldt: LD-1(LD1(bt)) is bt.

Tot zover de theorie.

Voor wie zich in omgekeerde transformaties wil bekwamen hier een oefening. De basistekst bt is een
authentieke “Jip en Janneke”-tekst, die we moeten vinden. We kennen alleen het resultaat van de transformatie, ofwel LD1(“Jip en Janneke”-tekst), en die is:

Jip en Janneke bevinden zich bij de zuster of schoonzuster Mies van hun vader of moeder.
Zij hebben zich in een omheind of afgeperkt stuk grond, behorende bij een huis en daaraan sluitende, of het omgevende, waar bloemen gekweekt of groenten enz. geteeld worden, beziggehouden met een spel.
En ze hebben de beschikking gekregen over een wafel, hoorntje, bekertje, of stokje met een lekkernij van bevroren room (of een surrogaat daarvan) met suiker, eieren en specerijen of vruchtensap.
En ze hebben bovendien bij de zuster of schoonzuster van hun vader of moeder spijs tot zich genomen.
Stukjes onderste, niet-geleed gedeelte van de Daucus carota, waardoor water en voedsel uit de voedingsbodem worden gezogen en waarmee de Daucus carota bevestigd is en een lap vlees, m.n. van de bovenbil, m.n. van runderen en paarden en een mengsel van een meelachtige substantie (rijst, maizena, griesmeel o.i.d.) met melk of room en smaakgevende toevoegsels, dan wel van vruchtensap met een bindmiddel gaar gekookt en na afkoeling als nagerecht opgediend.
En opnieuw boven hetgeen al genoemd is een mengsel van een meelachtige substantie (rijst, maizena, griesmeel o.i.d.) met melk of room en smaakgevende toevoegsels, dan wel van vruchtensap met een bindmiddel gaar gekookt en na afkoeling als nagerecht opgediend.

Ik kan me voorstellen dat jullie vanavond in jullie eenvoudige hotelletje niet zoveel behoefte hebben aan het toepassen van LD-1 transformaties. Daarom hier de oplossing (dus de LD-1 transformatie van de tekst hierboven):

Jip en Janneke zijn bij tante Mies.
Zij hebben in de tuin gespeeld.
En ze hebben een ijsje gehad.
En ze hebben bij tante gegeten ook.
Worteltjes en biefstuk en pudding.
En nog meer pudding.

Groet,
Dan

Thuur Stroux

Hallo Nelly en Frans,

Gisteren schreven jullie dat we het plaatsje Arriagosse, waar jullie neergestreken waren, met zijn vijf boerderijen en een middeleeuwse pelgrimskapel maar niet moesten opzoeken, omdat het ligt in ‘the middle of nowhere’. Uiteraard ben ik het toen onmiddellijk gaan opzoeken en kwam er achter dat het in het departement Hautes-PyrĂ©nĂ©es ligt in het Canton de Mauborguet en het arrondissement Tarbes bij Vidouze bezijden de D47 tussen Vidouze en Bentayou! Maar nu is dat het niet zozeer waar het mij om gaat, maar wat wel interessant is, is dat jullie nu snel het andere PyreneeĂ«ndepartement naderen, de PyrĂ©nĂ©es Atlantiques, het enige Baskische departement in Frankrijk. En dan wordt het voor jullie beiden natuurlijk tijd je te voorzien van het meest kenmerkende Baskische kledingsstuk, de ‘alpinopet bĂ©ret basque’, de Baskische baret dus! Als je daarmee door het meest zuidwestelijke gedeelte van Frankrijk trekt en vervolgens in Spanje ook door het Spaanse Baskenland, zul je overal met open armen worden ontvangen. Je wordt dan als een van hen beschouwd! Maar nog meer wordt het gewaardeerd als je anderzijds toch laat weten dat je niet alleen veel waardering hebt voor het typerende Baskische hoofddeksel, maar dat je ook jouw land van herkomst niet verloochent en dus aan het andere lichaamseinde het – althans voor buitenlanders – meest typische Hollandse ‘kledingstuk’ draagt: klompen! Daarbij moet je het dan ook laten, want als je je ook verder nog in het oranje zou hullen, denkt straks iedere Spanjool dat je een klap van de molenwiek hebt gekregen. Spanje is namelijk wereldkampioen voetbal geworden (en terecht) en niet Nederland en een ‘Oranje Hollander’ wordt daar alom gezien als een ‘looser’. Nu kun je daar wel tegenover stellen dat wij de 80-jarige Oorlog (1585-1648) van de Spanjaarden hebben gewonnen, maar dat wordt – mede in Europees verband – een zinloos woordgevecht, dat door geen van beiden gewonnen kan worden. Trouwens jullie zijn nog niet in Spanje, dat komt nog! Nee, hou het maar bij de klompen!! Daar kom je verder mee !
Ik heb navraag gedaan en ben erachter gekomen dat in een souvenirwinkel in Le Mouneu, waar jullie binnenkort langskomen, en die gerund wordt door een geëmigreerd Nederlands echtpaar, echte Hollandse klompen te krijgen zijn van origineel Hollands wilgenhout. Mijn raad aan jullie is: ga er heen, koop 2 stel klompen ( ze hebben ook 2e-handsjes!) en trek dan verder met klompen aan de voeten en met een Baskische muts op het hoofd. Die combinatie hebben ze daar nog nooit gezien en ik ben ervan overtuigd dat jullie dan weer snel de TV halen, want voor zonderlinge Hollanders (ook al zijn het Limburgers) hebben ze daar een zwak! En je maakt het helemaal af als je er een klompendans bij uitvoert met een passend liedje :

“Kap ik mijn wilgenblokjes parenwijs uit de boom,
‘k Zie z’onder broeks of rokjes, haperend aan de zoom.
Klompen aan de voet, klompen aan de voet,
Staat onze guitjes zo goed; klompen aan de voet,
Klompen aan de voet, staat onze guitjes zo goed”.

Al begrijpen de Basken niets van deze tekst, het zit er dik in dat ze met jullie mee gaan dansen en als jullie daarna verder trekken, zullen ze in optocht achter jullie aan lopen en jullie zo kilometers vergezellen; ze denken namelijk dat dat ook nog bij het Hollandse dansje hoort! Gezellig toch? En als ze dan afscheid van jullie nemen, nemen ze allen de baret van hun hoofd en zwaaien daarmee naar jullie. Jullie beantwoorden dat gebaar uiteraard op gelijke wijze voordat jullie met klotsende klompen uit het zicht verdwijnen.
Welk een uitwerking twee baretten en twee stel klompen toch kunnen hebben!! Geniet ervan!
Groetjes,
Thuur

Miep en Chris Beek cgmbeek@home.nl

Hallo Nelly en Frans,
Alle reisverhalen en foto's tot vandaag bekeken. Lijkt ons erg mooi om te doen, maar wel zwaar.
De TV uitzending hebben wij nog niet kunnen openen, maar daar verdiepen wij ons nog wel eens in.
Wanneer gaan jullie naar Hollywood voor filmopnamen?
De tong van St. Anthonius waarover jullie schreven, hebben wij in Padua gezien.
Wij wensen jullie voor de komende tijd nog veel wandelplezier, en een behouden aankomst.
Groetjes,
Miep en chris

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!