NaarSantiago.reismee.nl

St Germain les Belles 32/1087

Vanmorgen regende het, maar net toen we gingen lopen stopte de regen. Daar zal St Jacob wel voor hebben gezorgd; Later heeft het nog iets geregend, verder bewolkt. We hadden een lange etappe vandaag: 32 KM met veel klimmen en dalen; Wel een erg mooie streek de Limousin. Omdat er nauwelijks voorzieningen zijn hadden we op een camping een tent gereserveerd, maar in het plaatsje zelf bleek bij het stadhuis een zeer eenvoudig onderkomen voor pelgrims te zijn. Dus boffen. Vanavond iets te zien te regelen met het eten; Verder alles goed.

Reacties

Reacties

Thuur Stroux

Hallo Nelly en Frans,
Gisteren zijn Anjes en ik nog eens bij de Chinees gaan eten. De laatste keer was al al een tijdje geleden! Het was een mooie eetgelegenheid en er hing een licht bedwelmende geur in het etablissement, afkomstig van brandende wierookstaafjes. We bestelden en kregen babi pangang: varkensvlees, ketjap, sambal, kroepoek en andere garnering; het zag er lekker uit. Aan het tafeltje naast het onze zaten vier mannen druk te praten; we konden ze niet verstaan: Chinezen!
Wij praatten over koetjes en kalfjes en andere lievelingsdieren van mij. Uiteraard kwam op een gegeven moment ook jullie onderneming ter sprake. Toen ik daarbij de naam Van Moorsel liet vallen, verstomde plotseling aan het buurtafeltje het drukke praten en kregen we vier stel vragende spleetogen op ons gericht. De oudste Chinees stond op en kwam nogal dreigend op ons tafeltje af; of hij het goed gehoord had: of ik ene Van Moolsel ken. Ik heb uiteraard gezegd dat ik die niet ken; ik ken wel ene Van Moorsel, maar Van Moolsel? Nooit van gehoord! Ik heb dus de waarheid gesproken anders hadden ze maar duidelijker moeten ‘alticulelen’! Of ik dan wel van ene mevrouw Langels had gehoord? Ik heb diep nagedacht en zei vervolgens: nee! Intussen stonden de andere drie ook aan ons tafeltje en we begonnen ons toch een beetje ongemakkelijk te voelen.
Om de inmiddels gevallen stilte maar te doorbreken, zei ik toen als bij ingeving:”Lekkele wielook hebben ze hiel.” Het leek mij nog niet zo gek om de Chinezen in hun taaleigen Mandarijn aan te spreken en warempel de reactie was positief. Ze knikten aan de lopende band nu met een glimlach op het gezicht en bromden een stuk vriendelijker iets van: “Ja, ja, lekkel, lekkel.”
“Is dit wielook uit China”? vroeg ik toen. Ze antwoorden alle vier bevestigend. “Uit China, uit Kanton; de beste wielook van heel China”.
“Kopen? Wielook kopen”, kwam toen uit vier monden. Dat was niet direct mijn bedoeling en om wat tijd te winnen vroeg ik toen maar of de hars van de boswellia was, een Europese wierooksboom. De vier keken elkaar even vragend aan zo van: hebben we hier met een deskundige te maken? “Nee”, zei toen de oudste, “niet van de Eulopese, maal van de Chinese boswellia”. En toen lachten ze alle vier , terwijl ze, met een knikje van het hoofd, elkaar even aankeken! Ik liet ze maar
..
“Hebben jullie dan geen last van de wielookkevel”? vervolgde ik maar. Dat hadden ze niet, want – zo begreep ik – de Chinese boswellia was geen boom, maar een fabriekje, waarin kunstmatig wierook werd gefabriceerd. Ik schrok even. Waren Anjes en ik hier in het gezelschap van maffialeden van het Chinese wierooksyndicaat? Van figuren die de onversneden Europese wierook, die overal in pelgrimsoorden wordt gebruikt, van de markt willen verdringen?
Ik vroeg naar de prijs. Als antwoord kreeg ik: “Vool u en uw vlouw vool een spotplijs”. Dat leek me goedkoop. “Doe mij maar een paar ons”, zei ik. Toen keken de vier elkaar weer aan en begonnen te schaterlachen. “Wij velkopen alleen maal in balen van 100 kilo”, bulderde hij. “U bent dus helemaal geen handelaal?” Ik bevestigde zijn conclusie en daarmee was het gesprek bijna afgelopen! Ik kreeg nog een keer de vraag of ik echt niet het ‘echtpaal Van Moolsel-Langels’ kende. Ik ontkende weer maar kon niet nalaten te vragen wie dat was. “U weet dus ook niet waal ze zich op dit moment bevinden”? vroeg hij nog. Toen gaf ik het best denkbare antwoord: “Hoe kan ik nou weten waar ze zich bevinden als ik ze niet ken!” Daarop keken ze elkaar aan en begonnen toen heftig te knikken; ze hadden het begrepen!
“Vool u beiden nog een plettige avond”, kregen we nog te horen waarna zij opstapten en het lokaal verlieten. Wij gingen ook naar huis; we hadden geen zin meer in Chinees!
Thuis vroegen we ons ’s avonds nog vaak af wat dit allemaal mocht betekenen; Frans en Nelly, kijk wel een beetje uit als jullie daar uit gaan eten; ga liever niet naar de Chinees!
Loop lekkel ongestoold veldel,
Thuur

jeanne

Hallo vrolijke tippelaars,
We zijn weer terug in het land.Alles is zonder problemen verlopen.Alleen de Turken zijn de Turken niet meer.Veel houden niet meer van handelen en worden zelfs boos als je lager biedt.Het "nalopen"is ook praktisch afgelopen.Ze beginnen onderhand Nederlandse prijzen te krijgen.
Maar goed: het weer was heerlijk,overdag soms erg warm,maar 'smorgens vroeg en 'savonds laat heerlijk.
Een week geen jas of vest nodig gehad.
Komen we in DĂŒsseldorf aan; regen.

Jullie gaan steeds meer het warme weer tegemoet.Hopenlijk wordt het niet te warm.Zoals ik lees is het nog allemaal wel te doen.Iedere dag een stukje verder naar het doel.
Geniet ervan en tot de volgende keer.Voorlopig gaan we even niet meer weg.
Veel plezier.
Groetjes,
Twan,Jeanne

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!