NaarSantiago.reismee.nl

Pajares. 15/405

Vandaag een korte, maar erg zware etappe. Over die 15 km hebben we dan ook bijna 6 uur gedaan. We moesten twee hoge bergen over en hadden te maken met heel slechte ondergrond, modderpoelen, beekoversteken, weidegronden en nog veel meer ongemak. Daar tegenover staat, dat de uitzichten geweldig waren en het weer was prima. Tegen 13 uur waren we in onze albergue en daarna konden we eten in het dorpscafe. En toen was het tijd om te genieten van Thuur zijn verhalen.

Reacties

Reacties

Thuur

De molenaar van Pajares (sprookje)

(1)


Er waren eens twee wandelaars, Frans en Nelly, en die wandelden al jaren in en door verre landen. Ook nu weer lopen Frans en Nelly ver weg, in Spanje, door bossen en dalen, over bergen en door rivieren. Ze zijn op weg naar Santiago de Compostella. Maar vandaag lopen ze in de buurt van Pajares, maar ze lopen niet helemaal op hun gemak. Frans had al een paar keer grote zwarte vogels opgemerkt, die hoog in de lucht rondcirkelden en het leek er sterk op dat die vogels hun ook volgden.
“Ik vind dat maar vreemd, die grote vogels in de lucht”, zei hij tegen Nelly en ook Nelly was een beetje ongerust, vooral toen die vogels ook nog vervaarlijk begonnen te krijsen en in een duikvlucht op hen afvlogen. Ze liepen samen gauw naar een molen een beetje verderop met de naam St. Jacob en klopten aan het deurtje. “Knibbel knabbel knuisje, wie klopt daar aan mijn huisje”? klonk het van binnen uit. Het deurtje ging krakend open en er stond een oude molenaar in de opening. Op een van zijn schouders zat een zwarte vogel, net zo een als die ze zojuist nog gezien hadden!
“Kom binnen”, zei hij vriendelijk, “ik heb op jullie zitten wachten! Mijn vogels vertelden mij dat jullie eraan kwamen; ik kan namelijk met ze praten!” Frans en Nelly schrokken en ze keken elkaar even verbaasd aan, maar stapten toen toch vlug naar binnen.
De molenaar was al heel oud en hij dacht er over na zijn beroep binnenkort op te geven. “Het wordt me te zwaar”, zei hij. “Ik heb wel een zoon, die trouwens ook met de vogels kan praten, maar die is jaren geleden net zoals jullie, de wijde wereld ingetrokken en ik heb hem sindsdien nooit meer teruggezien. Ik weet niet eens meer of hij nog wel leeft. Ik heb dus geen opvolger voor molen St. Jacob, maar er moet toch meel komen zodat de bakker brood kan bakken voor de mensen hier. Misschien kunnen jullie mij helpen om de molen in bedrijf te houden.”
De twee wandelaars kregen medelijden met de oude man en beloofden hem te helpen. Ze gingen direct aan de slag. Ze deden erg goed hun best, maalden het koren en vulden de zakken met meel. Ze zorgden zo ervoor dat er voldoende meel was voor de bakker en daardoor genoeg brood voor het hele dorp.
Na een poos zei de molenaar:”Zouden jullie de molen van mij over willen nemen, want ik voel mijn einde naderbij komen en er moet toch meel en brood op de plank blijven komen! Een opvolger heb ik niet.”
Daar hadden Frans en Nelly wel oren naar, want altijd maar blijven wandelen, dat begon ook voor hen zwaar te worden!
“Ik stel wel één voorwaarde,” zei de molenaar, “en die is dat de grote, zwarte vogels die altijd mij en de molen bewaakt hebben, boven in het gebint kunnen blijven huizen. Zij zullen jullie dan in de toekomst ook blijven dienen.”
“Waarom moet de molen bewaakt worden”? vroeg Frans en toen vertelde de oude molenaar hun dat er verderop nog een molen is, de Aera en dat de molenaar van de Aera jaloers op hem is omdat híj altijd het beste meel maalt. “De mensen kopen bij die molenaar bijna nooit meel en de bakker al helemaal niet. Men fluistert dat hij het meel met ander spul vermengt. Ik heb hem dat eens gezegd en dat dat de reden is waarom de bakker niet bij hem komt om naar meel te vragen.” Daarover was die molenaar zo kwaad geworden dat hij had gezworen de molenaar van de St. Jacob én zijn molen in het verderf te zullen storten. “Maar mijn vogels bewaken de molen en die waarschuwen mij steeds als er iemand ongevraagd de molen probeert te naderen of binnen te komen. Daarom wist ik ook dat jullie op komst waren, maar ik had al direct in de gaten dat jullie niets kwaads van zins zijn.”

Frans en Nelly beviel het werk in de molen zo goed dat ze besloten te blijven. De molenaar was blij met hun besluit. Nu kon hij van zijn oude dag gaan genieten, zolang hem de tijd nog gegeven was!

(wordt vervolgd)

Lies

Hoi Nelly en Frans,
Jullie zijn hiel good bezichhhhhh!!
Geniet ervan en succes verder!
Groetjes, Lies

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!